Er zijn verschillende manieren om duurzaam te verwarmen. Hier zijn enkele opties:
1. Warmtepompen: Warmtepompen halen warmte uit de omgeving (lucht, water, grond) en gebruiken dit om een gebouw te verwarmen. Ze verbruiken elektriciteit, maar kunnen tot 4 keer meer warmte leveren dan de energie die ze verbruiken. Er zijn verschillende soorten warmtepompen, waaronder lucht-luchtwarmtepompen, lucht-waterwarmtepompen en grond/water-warmtepompen.
2. Warmtenetten: In sommige buurten en wijken wordt er gebruik gemaakt van warmtenetten, waarbij een centrale energiebron (zoals een biomassacentrale, afvalverbrandingsinstallatie of geothermische installatie) warmte levert aan meerdere gebouwen in de buurt.
3. Biomassa: Biomassa, zoals houtpellets, houtsnippers of biomassa uit landbouwafval, kan worden verbrand om warmte te genereren. Moderne biomassaketels zijn zeer efficiënt en stoten minder schadelijke stoffen uit dan oudere houtkachels.
4. Zonne-energie: Zonnepanelen kunnen worden gebruikt om elektriciteit op te wekken voor het verwarmen van een gebouw. Deze elektriciteit kan worden gebruikt voor het voeden van een warmtepomp, elektrische radiatoren of vloerverwarmingssystemen. Daarnaast zijn er PVT-panelen, ofwel photovoltaïsch-thermische panelen, die combineren zonne-energie en warmtewinning in één systeem. Ze leveren elektriciteit én warmte, waardoor ze efficiënter zijn dan traditionele zonnepanelen.
5. Zonnewarmte: Zonneboilers maken gebruik van zonnewarmte om water te verwarmen. Het verwarmde water kan worden gebruikt voor ruimteverwarming en tapwater in huishoudens.
Het combineren van verschillende duurzame verwarmingssystemen kan ook een optie zijn om een gebouw efficiënt te verwarmen. Het is raadzaam om een energieadviseur te raadplegen om te bepalen welke optie het meest geschikt is voor jouw specifieke situatie.