Lokale regelgeving

Grotendeels eens, maar het moet niet leiden tot een ondraaglijke regeldruk. De regels moeten behapbaar en overzichtelijk blijven, initiatiefnemers mogen best ondersteund worden in het kunnen naleven van de regels.
D66 wil waar landelijke wetgeving en besluiten ruimte bieden voor lokale invulling dit voor Gouda oppakken. Zo hebben we vooruitlopend op wetgeving ingestemd met zonnepanelen op dagen van nieuwe grote panden. Voor de komende periode willen we bouwen een extra duurzaam impuls geven door het stimuleren van houtbouw en hergebruik van materialen (circulaire economie). D66 wil de mogelijkheden van circulaire economie voor Gouda zsm onderzoeken. Daarnaast willen we duurzaam handboek voor de straatinrichting zodat we in Gouda gebruik gaan maken van waterdoorlatende en CO2 vriendelijke materialen. Voor evenementen en horeca instellingen willen we vervoerbewegingen met voetganger, fietser en OV stimuleren en auto afremmen, gebruik van duurzame materialen (bijv bekers) en stimuleren van lokaal inkopen.
Maakt ook al onderdeel uit de omgevingswet. Wel handhaven dat na de bouw de regels ook blijvend worden nageleefd.
Lokaal beleid maak je samen met de inwoners. Belanghebbenden moeten vanaf het begin worden meegenomen in een besluitvormingstraject. Gebruikers van de gehandicaptenparkeerkaart mogen gratis parkeren op de openbare weg. Het doel van betaald parkeren is reguleren van parkeerdruk en mensen te stimuleren met de fiets of het OV te komen. Voor gebruikers van de gehandicaptenparkeerkaart is dit geen optie.
Wij willen duidelijke regels als het gaat om duurzaamheid. Projectontwikkelaars en ondernemers moeten vooraf weten waar zij aan moeten voldoen. Duurzaam, klimaatadaptief en natuurinclusief bouwen zijn de 3 grondregels voor projecten.
Is in de praktijk realiseerbaar?
Om de klimaatdoelen te halen moeten bedrijven duurzaam worden, bestaande bebouwing verduurzamen en de leefomgeving radicaal vergroenen. Dit zou een onderdeel moeten zijn van de Omgevingsvisie, de Omgevingsplannen en de Goudse toekomstvisie. Wat betreft de bebouwde omgeving, we moeten allereerst gebouwen hergebruiken, slimme oplossingen voor optimaal gebruik van bestaande bebouwing toepassen en dan circulair bouwen. Hierbij dan zoveel mogelijk gebruik makend van gerecyclede, plantaardige hernieuwbare grondstoffen en lokale materialen, die niet afkomstig zijn uit de bio-industrie. Gebouwen moeten worden voorzien van een materialenpaspoort zodat deze materialen bij sloop of verbouwing opnieuw kunnen worden gebruikt. Duurzame houtbouw moet wordt gestimuleerd. Bouwplannen moeten tevens een CO2-budget krijgen, wat betekent dat er een limiet wordt gesteld aan de hoeveelheid uit te stoten broeikasgassen om zo binnen de 1,5 graad doelstelling te blijven. Daarnaast is het ook van belang om goede duurzaamheidsafspraken te maken met horeca en evenementen over de footprint. Idealiter houdt dat ook een keuze in voor meer plantaardige voeding op het menu.
Nieuwe ontwikkelingen, evenementen of vergunningen zijn een logisch moment om duurzaamheid vast te leggen.
Ondernemers worden al teveel onderworpen aan regels.
Dilemma: want als dit bouwen te veel blokkeert dan blijft de woningnood skyhigh.
In het omgevingsbeleid moet uitgewerkt zijn hoe we onze gebouwde omgeving efficiënt en effectief verduurzamen. Andere aspecten zijn bijvoorbeeld betaalbaarheid, technische haalbaarheid, bereikbaarheid en de verhouding tot ruimtevragen. Op dit moment wordt bij nieuwbouw al gewerkt aan duurzaamheidsdoelstellingen. Een sterkere inzet zorgt voor een onbalans met andere aspecten zoals eerder genoemd.